Innerlijke experimenteerruimte

Zoals wellicht bekend heb ik de afgelopen jaren expertise opgebouwd op het vlak van spelregels, regelsystemen en speelsheid als het gaat om veranderingen en transformaties. Eén belangrijke les die ik daarin heb opgedaan, is dat je de beschikking moet hebben over innerlijke experimenteerruimte.
Een hele mond vol, innerlijke experimenteerruimte. Wat is dat dan?
Innerlijke experimenteerruimte is wanneer je in alle vrijheid en losheid zaken kunt bedenken en je verbeelding en fantasie vrij kunt laten gaan over grote vraagstukken en grote lijnen die je volgt. Wanneer je open staat voor nieuwe gedachten en gevoelens en je jezelf niet laat remmen door angst, correctheid, geïnternaliseerde spelregels zoals “maar dat kan toch niet?” of andere weerstand en beperkingen hebt. Wanneer je jouw inspiratie neutraal en onbevangen durft te volgen en dat wat voorbij komt gewoon durft te volgen en de vraag uitstelt “of het wel bij je past”. Steeds met de openheid van “het kan zo gek niet zijn”.
Hoe vaker jij in je innerlijke experimenteerruimte bent, hoe makkelijker het wordt om losser in het leven te staan en te spelen met situaties. Die speelsheid die er dan ontstaat geeft Lebensraum en heel veel vrijheid. En soms kun je als mens daar intens naar snakken!
Deze innerlijke Lebensraum gaat zich op den duur ook vertalen naar de buitenwereld. Misschien durf je makkelijker met je uiterlijk te experimenteren. Je verandert je haardos, of je baard. Misschien wel je kledingstijl of de keuze van je partner(s). Dat levert dan niet alleen innerlijke uiterlijke experimenten op, maar ook sociale! Zeer interessant om als een cultureel antropoloog door je eigen leven te gaan.
Wanneer ga je aan de slag met je innerlijke experimenteerruimte? Dat doe je wanneer je voelt dat je “huidige jas te strak zit”. Dat je meer last van jezelf hebt dan dat je blij wordt om jezelf te zijn. Dus wanneer je begint vast te lopen in belangrijke lijnen in het leven zoals je werk, je relatie, de plek waar je woont, je vrienden. Dan ga je actief die ruimte creëren om te experimenteren met wie je bent, wat je voelt. Dat start dus in je binnenste. Je laat je idee van interne consistentie los en vanuit daar durf je te onderzoeken waar je met je nieuwe zelf naar toe gaat.
Hoe doe je dat dan?
- Belangrijk is om ruimte te gaan maken voor nieuwe input. Als je doet wat je altijd deed, dan krijg je wat je altijd kreeg. Je hebt dus nieuw bloed nodig… Dat kan volledig uit je eigen binnenste komen. Bijvoorbeeld omdat je rustig gaat zitten, je ogen sluit en minimaal dertig minuten de tijd neemt om te verdwalen in je gedachten terwijl je over jezelf nadenkt. Censureer niets en kijk met zachte ogen naar wat er voorbij komt. Na dertig minuten schrijf je die zaken op waar je blij van werd en waar je van in de weerstand raakte. Ga daar verder mee en formuleer de eerste opdracht waarmee je morgen kunt gaan experimenteren.
- Of je gaat op zoek via de buitenwereld naar nieuwe input. Bijvoorbeeld door jezelf te observeren en bewust van je reacties te zijn wanneer je in contact met anderen bent. Ook hier: wanneer word je blij en wanneer voel je weerstand? Welke broek zou jij ook wel eens willen dragen? Welke reactie in een winkel bij voordringen vind je ontzettend asociaal? Wie zou je heel graag een ram op zijn bek willen geven? En met welke persoon in je nabije omgeving zie je jezelf ook wel eens een langdurige relatie hebben?
- Stel dat bovenstaande stappen al te moeilijk zijn omdat ze veel reflectief vermogen vragen, begin dan letterlijk met kleine experimenten. Als je man bent, ga dan vrouwen douchegel gebruiken. Als je vrouw bent, koop een mannen deodorant. Schrijf op wat je écht van je baas vindt en spelt het onder je trui als je jouw functioneringsgesprek hebt. Rijd een andere route naar je werk. Koop eindelijk dat product waar je al heel lang van droomt. Leg je boodschappen op alfabetische volgorde en koop de letters die je niet hebt.
Ik zelf heb moeten leren experimenteren. Omdat ik bij vlagen ergens de moed vandaan kon halen om wel hele bizarre dingen uit te proberen, heb ik het geluk gehad om blijvend een grote experimenteerruimte te mogen bevolken. Eén van de spannendste was om een plaksnor te dragen tijdens een workshop samen met Bureau Play. En qua innerlijke experimenteerruimte vind ik het heerlijk om naar de wereld en mijn eigen gestuntel erin te kijken alsof ik het moet uitleggen aan iemand van een andere planeet. Of een steen. Dat relativeert altijd enorm en doet dan ook altijd de futiliteit inzien zodat ik weer om mezelf kan lachen.
Wat zijn jouw grote vrijheden die je je hebt durven permitteren nadat je innerlijk geëxperimenteerd had?